|
0l. Er is geen verplaatsing van het lichaamsgewicht waar te nemen van r. op l. (versnelling van het tuig en grotere uitwijking naar l.). |
02. De rotatie wordt ingegaan met de belasting op het r. been. |
03. De l. voet opent te vroeg en voor de duwaktie van de r. voet. |
04. De l. voet wordt
te hoog opgelicht (gevolg l. been te gestrekt).
|
05. De l. voet draait
verder dan 120° uit.
|
06. De r. voet is
niet aktief (Er is geen schroefaktie te zien). door
van rechter-as.
|
07. Het tweede deel
van de rotatie (270°) wordt niet op de zijkant van
de l. voet uitgevoerd (voet afwikkelen!)
|
08. De l. hiel wordt na de l. voet plaatsing niet naar binnen doorgedraaid |
09. De knieën blijven
onvoldoende gebogen.
|
10. Er is een X-beenstand waar te nemen. (evenwichtstorend). |
11. Het bekken blijft niet gefixeerd. |
12.
Het zwaartepunt van het lichaam bevindt zich te hoog of te ver achteruit. (De romp wordt niet lichtjes naar voor gebracht en het zwaartepunt wordt niet boven l. verschoven). |
13. De bewegingsinzet
gebeurt met de armen/schoudersi romp i.p.v. met de
benen en bekken. -> recher-as (voet = rechter heup
= schouder)
|
14. De gelijkbenige driehoek tussen de armen wordt niet gevormd. |
15. Er wordt op de armen en op de schouders getrokken. |
16. Er is een opwaartse versnelling waar te nemen. |
17. Het tuig zit in een te vertikale baan (i.p.v. in een bijna horizontale baan). |
18. Men laat het tuig onvoldoende ver naar l. uitlopen. |
19. Men laat het tuig te ver,naar l. uitlopen. (overcompensatie). |
20. Er is een slechte plaatsing van het hoofd waar te nemen. |
21. Het hoofd wordt tussen de armen in getrokken. |
22. De blik blijft niet op het tuig gericht. |
23. Het hoofd en de schouders bevinden zich niet in hetzelfde vlak. |