NSA Fotoserie 22 - Kogelslingeren Yuriy Sedykh
Serie gemaakt door Gabriele Hommel (ã Hommel AVS 1992)De
serie toont zijn vierde worp tijdens de Europese kampioenschappen 1986 in Stuttgart, wat een nieuw Wereld Record van 86.74m betekende. Inhouds opgave:
Yuriy Sedykh (RUS)Geboren : 11 juni 1955 Lengte : 1.85m Gewicht : 110kg Olympisch kampioen in 1976 en 1980;
Europees kampioen in 1978,1982 en 1986; Zes Wereld Records en twee Wereld Junior Records. Commentaar door Ralf M. Otto Ralf Otto is een onderzoek assistent bij het Instituut voor Sportwetenschap, Vrije Universiteit Berlijn. Hij was een medewerker
van de IAAF Wetenschappelijk Onderzoek Project Groepen tijdens de Wereld Junior Atletiek Kampioenschappen 1986 in Athene, de Wereld Atletiek Kampioenschappen 1987 in Rome en de 24e
Olympische Spelen 1988 in Seoul. Vertaling van de originele Duitse tekst door Jürgen Schiffer. Vertaling van de Engelse tekst door M. Wijand. 1 Introductie De serie beeld het huidige Wereld Record in het
kogelslingeren van 86.74m uit, geworpen door Yuriy Sedykh tijdens de Europese kampioenschappen 1986 in Stuttgart. Hij had de volgende serie worpen: 83.94 - 85.28 - 85.46 - 86.74 - 86.68 - 86.62m !
Twee van zijn worpen overschreden het vorige wereld record dat hij gooide op juni 1986 in Talin, Estland. Het hoge niveau van zijn serie en het feit dat geen één andere werper in de laatste paar jaar
daarvoor, deze afstand benaderde, maakt de bestudering van zijn beste worp zo interessant voor trainers en sport wetenschappers. Geselecteerde worpen van andere atleten worden gebruikt om de kinetische
waarden van Sedykh's prestaties te evalueren. Deze waren geselecteerd uit 77 worpen van nationale en internationale atleten, opgenomen tussen 1985 en 1990, bij het instituut voor Atletiek en Turnen van
de Duitse Universiteit voor Sport in Cologne. 1.1 De Methode De wereld record worp van Sedykh en alle andere geëvalueerde worpen werden opgenomen met twee hoge snelheidscamera's met een frequentie van 200
plaatjes per seconde. Deze hoge frequentie is nodig voor een exacte analyse, welke een nauwkeurigheid bewerkstelligd van een honderdste seconde. De markering van lichaamsdeel punten waren gebaseerd op
het model van Hanavan. Het middenpunt van de kogel en 22 lichaamsdeel punten werden gemarkeerd op elk plaatje. De berekening van de driedimensionale coördinaten waren gemaakt vanuit beide camera's. De
ruwe data werd geschikt voor de vaststelling van pad, hoek en snelheidskarakteristieken.
2 Bewegingsstructuur Sedykh's kogelslinger actie kan onderverdeeld worden in de volgende fasen:
- Twee voorzwaaien omhooggaande naar laagste punt van de kogelbaan voorafgaande aan de eerste draai.
- Drie draaien waarvan elk met een dubbele- en een enkele ondersteuningsfase.
- Afwerp fase.
Vanwege de lichte variaties tussen atleten tijdens het uitvoeren van de voorzwaaien, begint onze analyse bij het
laagste punt van de kogelbaan voorafgaande aan de eerste draai (foto 6) en eindigt bij het verlaten van de kogel uit de linkerhand (foto 49). Dit resulteert in een schema voor bewegingspatronen van een
kogelslinger worp (voor rechthandige atleten) te zien in figuur A.
Figuur A: Het bewegingspatroon van de kogelslinger worp Zie de Fotoserie
Binnen deze geëvalueerde bewegingsfase kunnen de volgende karakteristieke tussentijdse punten van de worp geïdentificeerd en gedefinieerd worden.
- moment van het bereiken van de minimale hoogte van de kogel kogelbaan voorafgaande aan de eerste draai (laagste punt van de kogel) - foto 6.
- moment van het laatste grondcontact van de rechtervoet (eerste vrije contact) - foto 11.
- moment van het eerste grond contact van de rechtervoet (eerste grond contact) - foto 18.
- moment van het laatste grondcontact van de rechtervoet (tweede vrije contact) - foto 25.
- moment van het eerste grond contact van de rechtervoet (tweede grond contact) - foto 31.
- moment van het laatste grondcontact van de rechtervoet (derde vrije contact) - foto 37.
- moment van het eerste grond contact van de rechtervoet (derde grond contact) - foto 43.
- tijdstip van het laatste contact tussen het kogelslingerhandvat en de linkerhand - foto 49.
Deze punten in de tijd zijn de basis van de definitie van de bewegingsfasen: t0 tot t2 draai 1 (T1)
t2 tot t4 draai 2 (T2) t4 tot t6 draai 3 (T3) t6 tot t9 afwerp fase (R ) Binnen elke van de individuele draaien onderscheiden we een dubbele ondersteuningsfase. tds (tijd van de dubbele
ondersteuning) - d.w.z. beide voeten hebben contact met de grond - en een enkele ondersteuningsfase. tss (tijd van de enkele ondersteuning) - d.w.z. alleen de linkervoet heeft contact met de grond.
3 Tijdsverloop
De kogelslingeraar probeert de kogel een maximale afwerpsnelheid en optimale afwerphoek mee te geven. De grootte van
de optimale afwerphoek kan niet exact bepaald worden, alhoewel, afhankelijk van de atleet zijn lengte en andere
afmetingen, de afwerphoek zou zo dicht mogelijk bij de fysische voorkeurswaarde moeten komen (ongeveer 44º). Een
verlies van de kogel snelheid, welke veroorzaakt kan worden door een stap 'houdingshoek' van de kogel. Tabel 1 illustreert
hoe Sedykh deze taak bewerkstelligd. De afwerphoek van 39.9º is ongeveer 4º lager dan de optimale afwerphoek. Dit correspondeert met een theoretisch verlies van afstand van ongeveer 0.5m.
Zijn afwerphoogte van 1.66m lijkt te laag, alhoewel is het in overeenstemming met de trend om de kogel los te laten op
schouderhoogte (Sedykh is 1.85m lang). De totale afwerpsnelheid is 30.7 m/sec. De snelheidskromme van de kogel tijdens
alle drie de draaien en tijdens de afwerpfase is weergegeven in Figuur 1. Dit brengt de vraag voort hoe Sedykh deze hoge
kogelsnelheid bereikt. Welke duidelijk hoger ligt dan de andere werpers die we onderzochten. Om deze vraag te
beantwoorden moeten sommige geselecteerde parameters worden gepresenteerd en uitgelegd in de fotoserie.
Tabel 1: Afwerp parameters van Sedykh's Wereld Record worp van 86.74m
Afwerpsnelheid - totaal |
V0 |
(m/sec.) |
30.7 |
Afwerpsnelheid - horizontaal |
V0XY |
(m/sec.) |
23.6 |
Afwerpsnelheid - verticaal |
V0Z |
(m/sec.) |
19.7 |
Afwerphoek |
a0 |
(º) |
39.9 |
Afwerphoogte |
h0 |
(m) |
1.66 |
Figuur 1: Shelheidsboog van de kogel (in m/sec) tijdens de drie draaien en in de afwerpfase van Sedykh's worp.
4 Techniek en Parameters
Voor het bereiken van een hoge afwerpsnelheid, is een maximale snelheid van de afwinding van de voet nodig in alle
draaien (en vooral de laatste draai). Dit kan worden bevestigd door de exacte tijd analyse van Sedykh's wereld record worp,
welke was gemaakt door het gebruik van de hoge snelheidsplaatjes (200 per seconde). De fotoserie probeert een impressie te geven van het tijdverloop van Sedykh's worp (zie tabel 2). Tabel 2: Een tijd analyze van Sedykh in vergelijking met andere atleten tijdens de Europese Kampioenschappen in 1986.
|
Sedykh (RUS) |
Litvinov (RUS) |
Schafer (DUI) |
Haber (DUI) |
T1tds tss |
0.440.20 0.24 |
0.440.15 0.29 |
0.450.17 0.28 |
0.470.22 0.25 |
T2tds tss |
0.470.26 0.21 |
0.600.35 0.25 |
0.600.32 0.28 |
0.510.28 0.23 |
T3tds tss |
0.430.22 0.21 |
0.440.21 0.23 |
0.510.21 0.30 |
0.500.25 0.25 |
T4tds tss |
|
0.430.22 0.21 |
|
|
R |
0.27 |
0.24 |
0.24 |
0.24 |
Totaal |
1.61 |
2.15 |
1.80 |
1.72 |
Deze eerste analyse toont aan dat Sedykh de kortste totaal tijd bereikt van de onderzochte drie draai werpers. Vooral in de
laatste draai bereikt hij de laagste waarde. Zover als het wereld-klasse werpers aangaat, kunnen gelijke resultaten voor de
laatste draai alleen gevonden worden bij de 80m werpers met vier draaien. Bovendien heeft Sedykh, zoals sommige andere
goede werpers, een eenbenige ondersteuningsfase die duidelijk korter is dan de tweebenige ondersteuningsfase in alle drie
de draaien. Dit is mogelijk door de tijd die nodig is voor de eenbenige ondersteuningsfase te verkorten en de tijd van de
tweebenige ondersteuningsfase gelijk te houden. Echter de kogelbaan moet niet verkort worden bij dit proces. Tabel 3
toont de effecten die deze tijdverdeling heeft op de lengte van de kogelbaan, d.w.z. de afstand die de kogel aflegt in de individuele sectie van zijn straal. Tabel 3: Lengte van de afstand afgelegd door Sedykh's kogel (in meters) met vergelijkende waarden.
|
Sedykh (RUS)86.74m |
Schafer (DUI)79.36m |
Haber (Dui)80.76m |
T1 tdstss T2 tds tss T3 tds tss R tds |
(3.61)3.96 5.15 4.45 5.18
4.97 6.68 |
(2.80)4.39 5.87 5.59 4.55
6.74 5.91 |
(2.75)4.64 5.72 5.02 5.88
5.96 6.07 |
Totaal |
34.10 |
35.85 |
36.04 |
Relatie tds naar totaal (t1-t9) |
55.8 % |
49.4 % |
53.1 % |
Men kan zien aan de deelfactor van 55.80 % tussen de tweebenige ondersteuningsfase en de totale draaitijd (begint bij foto
11) dat Sedykh een extreem lange periode de tijd heeft om de kogel te versnellen. Vooral in de afwerpfase (foto 43-49) is de
lengte van de kogelbaan van 6.68m voor de laatste versnelling duidelijk langer dan die van andere werpers, ondanks dat
Sedykh hier in het nadeel behoort te zijn door zijn lichaamsbouw (arm lengte). Het gevolg van deze gunstige relatie tussen
de tweebenige ondersteuningsfase en de eenbenige ondersteuningsfase is de vroege plaatsing van het sleepende been. Dit
is uitgedrukt in de azimut hoek, d.w.z. de hoek die de positie van de kogel in de 360° cirkel beschrijft, welke terug kan worden gevonden in tabel 4 (bekijk Samazwetow, NSA 1974). Tabel 4: De weergave van Sedykh's azimut hoek (in graden)
Sedykh's 86.74m |
t0 |
323 |
t1 |
90 |
t2 |
227 |
t3 |
56 |
t4 |
216 |
t5 |
43 |
t6 |
230 |
t9 |
101 |
Op het moment dat de voet opgetild wordt bereikt Sedykh een gemiddelde azimut waarde van 63° en op het moment van
de voet plaatsing is de azimut waarde 224°. De gemiddelde lengte van de versnellingsbaan is daarom 199° (=55,3%). Dit
betekent een extreem lange versnellingspostitie tijdens de tweebenige stand. Overeenkomstig met de definitie mag
Sedykh's verplaatsing van zijn voet nog steeds een vroege verplaatsing worden genoemd, terwijl zijn voet plaatsing extreem
vroeg genoemd mag worden (overeenkomstig met de definitie van Samozwetow, 1974). Er is bijna geen andere werper die
zo'n vroege plaatsingspositie bewerkstelligd, vooral tijdens de laatste draai (foto 43) voor de worp. 4.1 Het laten zaken van het lichaam
Een ander belangrijk deel van de kogelslingertechniek is het laten zaken van de heup tijdens de eenbenige
ondersteuningsfase en een strekking van het midden van de heup tijdens de tweebenige ondersteuningsfase.
Overeenkomstig met de kinetische analyse bereikt Sedykh zijn laagste heup hoogte tijdens zijn eerste draai op foto 17,
tijdens zijn tweede draai op foto 30 en tijdens zijn laatste draai op foto 42 - welke in alle gevallen bijna onmiddellijk volgt
nadat de kogel zijn hoogste punt bereikt heeft. Foto 9 toont Sedykh's maximale heup hoogte tijdens de eerste draai, terwijl
de foto's 24 en 36 zijn maximale heup hoogtes tijdens de tweede en laatste draai tonen. In alle gevallen is dit nadat de
kogel zijn laagste punt bereikt heeft. In tabel 4.1 zullen we de minimale en de maximale waarden van de hoogtes van het midden van de heup bij deze tijdspunten bekijken. Tabel 4.1 De maximale en minimale heup hoogtes van Sedykh in vergelijing met andere werpers.
|
Sedykh (RUS)86.74m |
Schafer (DUI)79.36m |
Haber (DUI)80.70m |
Weis (DUI)82.16m |
HH MaxT1 HH Min Diff. |
0.790.69 [0.10] |
0.910.85 [0.06] |
0.880.77 [0.11] |
0.930.83 [0.10] |
HH MaxT2 HH Min Diff. |
0.840.70 [0.14] |
0.940.84 [0.10] |
0.930.80 [0.13] |
0.960.82 [0.14] |
HH MaxT3 HH Min Diff. |
0.880.68 [0.20] |
0.950.85 [0.10] |
0.950.83 [0.12] |
0.970.83 [0.14] |
HH MaxT4 HH Min Diff. |
|
|
|
1.010.82 [0.19] |
R HH Max |
0.92 |
1.03 |
0.97 |
1.05 |
MEDIAAN |
[0.15] |
[0.09] |
[0.12] |
[0.14] |
- HH Min = = > laagste heup hoogte - HH Max = = > hoogste heup hoogte
- Diff. = = > Verschil (HHmax - Hhmin) |
Met een gemiddelde waarde van 0.69m heeft Sedykh de laagste posities van alle werpers. Dit is waar zolang beide
absolute en relatieve waardes (vergeleken met andere werpers van gelijke lengte) vergeleken worden. Dit fenomeen kan
daarom niet alleen meer aan Sedykh's lengte worden toegeschreven. Verder laat Sedykh in de laatste draai ook de meest
uitgesproken relatieve (d.w.z. in vergelijking met andere werpers) daling van de heup met 0.15m en 0.20m gemiddeld. Het
resultaat van ons onderzoek toont ook aan dat in mindere worpen van 80m werpers en in de geëvalueerde worpen van 77m werpers de relatieve daling van de heup duidelijk minder is.
Bij de 70m werpers en bij junioren kan er zelfs een foutieve stijging van de heup worden waargenomen op het moment dat
de kogel zijn hoogste punt bereikt en een daling van de heup op het moment dat de kogel zijn laagste punt bereikt. Een
eerste vereiste voor een grote daling van de heup is een maximale buiging van de linker knie tijdens de draaien, welke
vooral goed te zien zijn op de foto's 15,29 en 41, op het moment dat de kogel zijn hoogste punt bereikt. Deze parameter is
afhankelijk van de lichaamslengte van de werper en andere lichaamsafmetingen. In de beschreven posities bereikt Sedykh
zijn minimale hoogtes (meetpunten: rotatie as van de knieschijf geprojecteerd ten opzichte van de cirkel) af te lezen in tabel 5. Tabel 5: De diepste kniebuigingen van Sedykh in vergelijking met andere werpers.
|
Sedykh (RUS)86.74m |
Schafer (DUI)79.36m |
Sahner (DUI)78.34m |
Weis (DUI)82.16m |
T1T2 T3 T4 |
0.330.30 0.28 |
0.410.36 0.39 |
0.380.33 0.31 0.31 |
0.370.33 0.35 0.37 |
In tegenstelling met alle andere onderzochte top-niveau werpers bereikt Sedykh hier de laagste waarden. Zijn
bekwaamheid om zijn minimale hoogte van draai tot draai te verlagen is zeer opvallend. Deze extreme lichaamshouding en
de verlaging van zijn lichaamszwaartepunt stelt Sedykh in staat om een extreem gefixeerde lichaamshouding aan te
nemen en om de trekkracht van de kogel tegen te werken. Apart van de baan en de tijdskarakteristieken is de
kogelslingertechniek sterk beïnvloed door de beweging van de romp en de positie van de kogel in relatie tot de schouder as (zie figuur 3 en 4).
Figuur 3: De verdraaing tussen de schouder en heup as. |
Figuur 4: De hoek tussen de heup as en de kogelslingerkabel. |
|
|
Een zeer belangrijke techniek karakteristiek is de grootte van het draaimoment. Sedykh heeft zijn grootste draaimoment bij
t0 en in de draaien direct voor of gelijk met het moment dat de rechter voet geplaatst wordt (foto's 7,18,30 en 42). De
laagste draaimoment waarde treedt op tussen het moment direct voor het bereiken van de nul azimut hoek en het los
komen van de rechter voet (foto's 10,23 en 35) en natuurlijk op moment van de afworp. De loop van Sedykh's
draaimomenten is tegenstrijdig met de trend om een maximaal draaimoment in de eenbenige ondersteuningsfase te
bewerkstelligen, wat leidt tot snelheidsverlies en een vermindering van dit grootte draaimoment in de tweebenige ondersteuningsfase, welke een vesnelling van de kogel veroorzaakt (tabel 6).
Tabel 6: De schouder en heup as verdraaing van Sedykh in vergelijking met andere werpers (in graden).
|
Sedykh (RUS)86.74m |
Schafer (DUI)79.36m |
Weis (DUI)76.30m |
Weis (DUI)82.16m |
MaxT1 Min Diff. Max T2 Min Diff. Max T3 Min Diff. Max
T4 Min Diff. Max R Min Diff. |
125 [7] 45 15 [30] 39 10 [29] 41 -13 [54] |
150 [15] 64 17 [47] 66 18 [48] 63 -26 [89] |
33-2 [35] 62 2 [59] 55 14 [41] 49 8 [41]
60 -9 [69] |
1713 [4] 55 13 [42] 43 14 [29] 35 22
[13] 37 -26 [63] |
In de eerste draai heeft Sedykh geen enkel draaimoment en tijdens de laatste twee draaien bereikt hij waarden van 30°
verschil tussen het maximale- en minimale draaimoment. In tegenstelling tot andere werpers verminderd Sedykh de grootte
van zijn draaimoment, in het voordeel van een stabiele romp houding en een beter controleerbare lichaamshouding. Hij
compenseert dit lichte draaimoment van de romp door een extreem draaimoment tussen de heup as en de imaginaire voet
as (verbinding tussen het linker- en rechterenkelgewricht), welke tijdens het moment van de voetplaatsing gelijk is aan 64°
(foto 18), 74° (foto 31) en 68° (foto 43). Vooral de laatste draai is dit de hoogste waarde die we gemeten hebben.
Tabel 7 toont de hoek tussen de schouder as en de kogelsingerkabel (zie figuur 4) bij de gedefinieerde punten in de tijd.
Deze hoek is 90° als de kogel recht voor het lichaam is. Als de kogel voortgetrokken wordt, kan deze hoek oplopen tot 150° - een 'voorsprong' van de kogel resulteert in waarden onder de 90°.
Tabel 7: hoek tussen Sedykh's schouder as en de kogelslingerkabel (in graden) bij de geselecteerde punten in de tijd.
Sedykh 86.74m |
t0 |
[128] |
t1 |
97 |
t2 |
93 |
t3 |
80 |
t4 |
90 |
t5 |
86 |
t6 |
85 |
t9 |
90 |
Zelfs hier probeert Sedykh een zeer gefixeerde houding aan te nemen en om de kogel zo min mogelijk te leiden of te
trekken. Zover dit wordt beschouwd slaagt hij er goed in dit te bewerkstelligen, bij de boven genoemde tijdspunten heeft hij
waarden tussen 87° en 97° en zelfs zijn extreme waarden liggen tussen de 78° en de 115°. Trouwens, de werpers van de
Duitse Universiteit voor Sport door ons onderzocht waren de enige die een voorsprong van de kogel toonde. Andere Atleten
tonen slepende waarden van de kogel tot 150° en laten geen voorsprong van de kogel zien in enige fase van de totale beweging. 5 Conclusies voor de kogelslinger techniek en training.
De
uitkomsten van de kinetische analyse van Sedykh en de vergelijking
met andere werpers toont de volgende ontwikkelingen, zover
het de techniek en dus de training van kogelslingeraars aangaat.
De belangrijkste factor voor een grote werpafstand is
de grootte van de afwerpsnelheid. In vergelijking met dit
zijn de afwerphoogte en afwerphoek verwaarloosbaar. Atleten
wiens lichaamslengte onder de 1.85m liggen bereiken
een afwerphoek van maximaal 40° in hun beste worpen. De kogelslingeraar
bereikt een maximale afwerpsnelheid door een optimaal uitgevoerde
afwikkeling van de voet tijdens de draaien. De eenbenige
ondersteuningsfase moet korter zijn dan de tweebenige ondersteuningsfase,
vooral in de laatste draai. Dit wordt bereikt door het optillen
van de rechtervoet bij een azimut van ongeveer 65° en
een zo vroeg mogelijke plaatsing van deze voet onder een constante
hoek van 220° - 230°. Om een hoge snelheid vast te houden
tijdens de draaien moet een maximale daling van het
lichaam plaats vinden op het tijdstip dat de kogelbaan zijn
hoogste punt bereikt. Verder is een maximale kniebuiging nodig
om de trekkracht van de kogel tegen te gaan zonder de verticale
romp houding prijs te geven, omdat een tegengestelde
beweging van de romp automatisch leidt tot een verkleining
van de straal. Vooral Sedykh's techniek toont een maximale
snelheid van de kogel door een 'werper-kogel' systeem
dat zo gefixeerd mogelijk is. Draaimomenten van de romp van
maximaal 30° - 40° en een constante kogel positie van ongeveer
90° tussen de schouder as en kogelslingerkabel met een
lichte voorsprong of volging van de kogel maken een hogere
draaisnelheid mogelijk. De versnelling van de kogel wordt
geproduceerd door het opbouwen en afwikkelen van het draaimoment
tussen de voet en de heup as, welke op het moment van
de voetplaatsing een waarde heeft van ongeveer 70°. Ontwikkeling
van de techniek criteria die genoemd zijn zouden zo vroeg
mogelijk in de training van kogelslingeraars worden
toegevoegd, d.w.z. het zou deel uitmoten maken van trainingen
voor beginners. Het is vooral essentieel dat de correcte daling
en kniebuiging gedrag en ook de positie van de kogel
in relatie tot de werper vanaf het begin goed aangeleerd worden,
omdat het extreem moeilijk is om later nog een fout uit de
techniek te halen.
|